donderdag 21 februari 2013

Syndicale betoging in Brussel = een succes !


donderdag, 21 februari 2013

Lagere werkloosheids-uitkeringen die sneller dalen in de tijd, het in vraag stellen van het sociaal overleg, de bevriezing van de lonen, de aanvallen op ons indexsysteem, het niet uitvoeren van eerder gemaakte afspraken over het aanpassen van de uitkeringen aan de levensduurte en het optrekken van de minimumlonen, de inkomsten uit kapitaal die niet bijdragen om de crisis aan te pakken, de voortdurende aanvallen op de openbare diensten…
We waren vandaag met meer dan 40 000 om hier tegen te betogen in de straten van Brussel.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront eist

De volledige uitvoering van de eerder gemaakte afspraken: aanpassen van uitkeringen aan de levensduurte, optrekken van lage lonen, afschaffen van de discriminerende jeugdlonen en verlengen van de tijdelijke maatregelen zoals de speciale brugpensioenen (nachtwerk, bouw, …);
De onmiddellijke stopzetting van alle pogingen om de indexkorf te manipuleren en zo de koopkracht van de gewone man/vrouw te verlagen;
Ruimte voor vrije onderhandelingen, en in elk geval:

respect voor eerder afgesproken loonsverhogingen
ruimte om het sectorale minimumloon op te trekken en de verlaagde jeugdbarema‘s weg te werken
ruimte om andere discriminaties (arbeiders-bedienden, mannen-vrouwen, jongeren-ouderen,…) weg te werken
respect voor het sociaal overleg bij invoering van flexibiliteit
Dat de andere inkomensgroepen ook de crisis mee betalen;
Een rechtvaardiger fiscaliteit, waar iedereen eerlijk aan bijdraagt. In het bijzonder eisen we een zwaardere inspanning van grote vermogens en iedereen die inkomsten haalt uit vermogen
Een algemene oplossing voor het wegwerken van de discriminaties tussen arbeiders en bedienden;

Dat er een einde komt aan de voortdurende aanvallen op de openbare diensten;

Eindelijk een geloofwaardig relancebeleid om jobs te creëren en de economie terug op gang te trekken.


Wij gaan niet akkoord met:
De eenzijdig opgelegde loonbevriezing
want die heeft tot gevolg dat mensen minder zullen consumeren wat de economische groei afremt ipv herstelt.
Het gevolg? Nog meer faillissementen en herstructureringen, meer werkloosheid en bestaansonzekerheid;
toont aan dat de regeringen slaafs het rechtse beleid volgen van de Europese Commissie en de Raad. Een beleid dat enkel bestaat uit bezuinigen, bezuinigen en nog eens bezuinigen op de kap van gewone man;
wijst er op dat de politiek ons sociaal overlegmodel en onze vakbondsvrijheden aan de kant schuift.

De aanvallen op ons indexsysteem

Er werd afgesproken om pas in 2014 de indexkorf te herzien. Maar de werkgevers hebben het zover gekregen dat dit nu al wordt doorgevoerd. Door deze platte manipulatie verliezen wij nu allemaal aan koopkracht: 80 tot 90 euro per jaar voor een gemiddeld loon!

De leugen dat onze lonen ‘te hoog’ zouden zijn

Met 0,67 euro ligt in België de loonkost per eenheid product in de industrie lager dan in Frankrijk (0,74 euro) of Duitsland

(0,75 euro). Het zijn niet de lonen die een probleem vormen, maar wel het gebrek aan innovatie, opleiding en Onderzoek &Ontwikkeling bij de grote ondernemingen.

Het gelobby van de werkgevers over de ‘loonkloof’ met de buurlanden

Als men alle cadeaus zou meerekenen die onze overheid aan privéondernemingen geeft, dan zou die zogenaamde loonkloof met Frankrijk, Nederland en Duitsland zakken van 5,2% (zoals de werkgevers beweren) tot 1,8% over een periode van 16 jaar!

De stijgende prijzen

In België stijgen de voedings- en energieprijzen veel sterker dan in onze buurlanden. Gas en elektriciteit werden in tien jaar tijd meer dan 100% duurder! Dat maakt het leven duur, heel duur. Niet alleen voor de gewone consument, zoals jij en ik, maar ook voor de bedrijven. De politiek moet deze markt dringend regels opleggen!

De loonmatiging op zijn Duits

In Duitsland zijn er 16% armen en 5 miljoen arme werknemers (mensen die een job hebben van amper 400 euro per maand). Dat is de harde realiteit van het Duits model. Duitsland slaagt erin zijn productie te exporteren enkel en alleen omdat de andere Europese landen hogere lonen hebben waardoor ze die producten kunnen importeren, voor zolang dit nog duurt…

De ongelijkheid die blijft toenemen, maar tegelijkertijd ook de rijkdom

Onze lonen blijven dalen, terwijl de dividenden van aandeelhouders blijven stijgen. En als dividenden stijgen, betekent

dit dat bedrijven winst maken… In plaats van een minderheid aan aandeelhouders rijker te maken, zou men in deze zware crisis beter investeren in werkgelegenheid. Daar wordt de economie en onze koopkracht alleen maar beter van. Maar de winstlogica van het kapitalistisch systeem zit anders in elkaar…

De rol van Europa

Alleen een sociaal Europa kan komaf maken met loondumping en fiscale dumping van ondernemingen. Wij eisen ook dat Europa een duidelijke rol speelt in het reguleren van producten die ingevoerd worden uit landen die geen rekening houden met de syndicale, sociale en milieunormen van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Is onze Belgische economie zwak?

Als onze economie al zwak zou zijn, dat is dat niet de fout van de lonen, die ‘te hoog’ zouden zijn, maar komt dit door een opeenstapeling van structurele zwakheden. De ondernemingen krijgen vandaag van de overheid veel meer geld dan vroeger: 10 miljard in 2012 tegenover 1,2 miljard in 1996. En dat zijn fabelachtige sommen waar de hele gemeenschap, dus ook jij en ik, voor betalen en we houden hier dan nog geen rekening met de notionele intresten. Ondanks deze ‘giften’ zijn er meer en meer slecht betaalde jobs (jobs voor 1.000 euro) en steeds meer nepbanen (contracten bepaalde duur, uitzendcontracten, deeltijdswerk…) en worden werknemers vaker op economische werkloosheid gezet of gewoonweg ontslagen.
Eén Belg op vijf leeft onder de armoedegrens (1.000 euro per maand voor een alleenstaande) en 70% van de werknemers verdient minder dan 2.000 euro netto per maand.

Wat zijn de zwakke punten van de Belgische bedrijven?

er worden te weinig afgewerkte producten gemaakt waardoor we een handicap hebben in de export

werkgevers investeren te weinig in opleiding van de werknemers

te weinig innovatieve producten met hoge toegevoegde waarde

te weinig specialisatie in hoogtechnologische sectoren (vb. telecommunicatie)

te weinig gericht op opkomende landen (Brazilië, Rusland, India en China)